In Lunteren (provincie Gelderland) is op een pluimveebedrijf met opfok leghennen vogelgriep H5 vastgesteld, het gaat hier waarschijnlijk om een hoogpathogene variant. Om verspreiding van het virus te voorkomen worden de circa 90.000 dieren op het besmette bedrijf geruimd door de Nederlandse Voedsel en Warenautoriteit (NVWA).
In de 1 kilometerzone rondom het besmette bedrijf liggen geen andere pluimveebedrijven. Binnen de 3 kilometerzone liggen 32 andere pluimveebedrijven die door de NVWA worden gescreend op vogelgriep. Daarnaast worden deze bedrijven de komende 14 dagen intensief gemonitord op signalen die op vogelgriep kunnen wijzen. Een aantal van de bedrijven in de 3 kilometerzone is al meegenomen in de screening en monitoring na andere besmettingen in het gebied.
In de 10 kilometerzone liggen nog 248 andere pluimveebedrijven; voor deze zone geldt per direct het vervoersverbod. Een groot deel van deze bedrijven ligt in zones waar eerder een vervoersverbod voor is afgekondigd, na de besmettingen in Voorthuizen, Lunteren en Barneveld.
Vervoersverbod
Een vervoersverbod heeft betrekking op alle vogels en broed- en consumptie-eieren vanaf een locatie met vogels. Ook geldt het verbod voor mest van vogels en gebruikt strooisel, en voor andere dieren en dierlijke producten afkomstig van bedrijven met gevogelte.
Omdat het besmette bedrijf in een pluimveedichtgebied ligt – en om het risico op verdere verspreiding zo klein mogelijk te houden- , geldt ook een vervoersverbod voor risicovogels in regio 10 Gelderse Vallei Zuid die al was ingesteld na de besmetting in Barneveld op 15 april 2022 (zie de RVO dierziektenviewer voor de betreffende regio). Daarnaast geldt nog het vervoersverbod voor risicovogels voor regio 7 Gelderse Vallei Noord. Op het vervoersverbod voor risicovogels in regio 7 en regio 10 geldt, onder strikte voorwaarden, een uitzondering voor vervoer naar de slacht en het vervoer van eendagkuikens.
Daarnaast gelden regels voor de jacht, zo is het in dit gebied onder andere verboden te jagen op eenden of te jagen in gebieden waar dat watervogels kan verstoren.
Landelijke maatregelen
Er gelden nog altijd landelijke maatregelen zoals een verbod op het bezoeken van vogelverblijfplaatsen van risicovogels, tenzij dit absoluut noodzakelijk is. Onder risicovogels vallen gehouden hoenderachtigen (zoals kippen), watervogels en loopvogels.
Ook de landelijke ophok- en afschermplicht is nog onverminderd van kracht. De ophokplicht geldt voor commercieel gehouden vogels, deze worden naar binnen gebracht (behalve fazanten, sierwatervogels en loopvogels). Voor niet-commercieel gehouden risicovogels (hoenderachtigen/kippen, (sier)watervogels en loopvogels), bijvoorbeeld in dierentuinen, kinderboerderijen en van eigenaren van vogels en kippen, en voor commercieel gehouden fazanten, sierwatervogels en loopvogels, geldt een afschermplicht. Op de website van de NVWA is meer informatie te vinden over hoe dit het beste kan. Ook is er een verbod ingesteld op het tentoonstellen van pluimvee, watervogels en loopvogels.
Traceringsonderzoek
In het kader van de besmetting op de locatie in Lunteren wordt, zoals gebruikelijk, een traceringsonderzoek gedaan naar risicovolle contacten. Indien nodig worden naar aanleiding van de uitkomsten van het onderzoek aanvullende maatregelen genomen. Deze eventuele aanvullende maatregelen worden via een update in dit persbericht en via de online kanalen van het ministerie van LNV gemeld.