Voor veel startende zelfstandigen is het de eerste vijf jaar lastig rondkomen, blijkt uit nieuwe cijfers van het CBS. Een op de vijf komt zelfs niet aan een inkomen van minimumniveau. Twee freelancers in verschillende sectoren delen hun ervaringen.
Uit onderzoek van het CBS naar de inkomensontwikkeling van zelfstandige ondernemers in de periode 2013-2018, blijkt dat 20 procent van de ondernemers vijf jaar na de start pas een inkomen van minstens het minimumloon heeft. Slechts een op de zes zelfstandigen behaalt deze inkomensgrens na een jaar.
Yvonne van Dalen werkt al bijna vijftien jaar als zelfstandig fotograaf, maar weet hoe lastig het is om als beginnende ondernemer maandelijks rond te komen. Dat komt door opdrachtgevers die niet het uurtarief bieden dat nodig is om alle kosten te dekken of zelfs vragen of het ook gratis kan. “In het begin ben je nog erg onzeker, en ben je blij met alles. Maar je kunt niet voor niets blijven werken, dan red je het gewoon niet.”
Onder de streep hield Van Dalen gemiddeld zo’n 100 tot 150 euro over per klant. Veel van haar inkomsten gingen op aan de aanschaf van nieuwe fotosoftware, apparatuur, reiskosten, verzekeringen, pensioenopbouw, reclame. “Uiteindelijk was ik gewoon een heel dure hobby aan het uitoefenen.”
Yvonne van Dalen
Van Dalen ziet dat veel beginnende vakgenoten te lage tarieven vragen. “Beginners willen zichzelf aantrekkelijker maken voor opdrachtgevers en gaan onder de tarieven van anderen zitten, maar houden zo geen cent over. Er wordt altijd gezegd ‘voor jou tien anderen’, maar dat is echt zo in deze wereld.” Deze beginners helpt ze nu op weg met haar adviesbureau Creatives’ Coach Academy, door lessen aan te bieden in zichtbaarheid, boekingen en verkoop.
Over tarieven onderhandelen met bemiddelingsbureaus
Het onderzoek van het CBS laat zien dat het per sector verschilt hoe snel een zelfstandige aan het minimumloon komt. Bijna de helft van de startende ondernemers in de bouw heeft na vijf jaar een inkomen op of boven de minimumgrens. In de gezondheids- en welzijnszorg is dat nog geen 10 procent.
“Omdat ik net afgestudeerd ben weet ik dat het niet slim is om de hoofdprijs te vragen.”
Anke Bakker, zelfstandig verpleegkundige
Anke Bakker werkt sinds een jaar als zelfstandige verpleegkundige, maar herkent het beeld niet dat in het CBS-onderzoek geschetst wordt. “Ik kom goed rond, maar ik kan me voorstellen dat dat misschien voor verzorgenden met een mbo-3-niveau lastiger is. Ik heb hbo Verpleegkunde gedaan en als ik laat weten dat ik nieuwe opdrachten zoek, duiken de bureaus nog net niet massaal op me door de krapte op de arbeidsmarkt.”
Waar Bakker wel moeite mee had, is het bepalen van haar uurtarief. “Je moet niet te hoog gaan zitten, ook niet te laag. Omdat ik net afgestudeerd ben weet ik dat het niet slim is om de hoofdprijs te vragen.”
Anke Bakker
Zzp’ers in de zorg krijgen vaak ook nog te maken met bemiddelingsbureaus. “Zij maken de afspraken met de zorgverlener. Als je een ander tarief wil, moet je soms flink onderhandelen. Ik vraag gemiddeld 53 euro per uur, als ze dat niet kunnen bieden ga ik op zoek naar een andere opdracht.”
Opdracht stopgezet vanwege de reiskosten
Uiteindelijk krijgt Bakker meestal het tarief dat ze vraagt. “Ik houd naast mijn vaste kosten en lasten niet ontzettend veel over.” Daarom maakt ze zich best zorgen over de stijgende brandstofprijzen. “Ik heb laatst een opdracht in Amsterdam stopgezet. Ik woon in Amersfoort en de reis is bijna niet meer te doen. Nu neem ik alleen nog opdrachten dichter bij huis aan.”
Van Dalen kan als fotograaf gelukkig inmiddels ook kiezen welke opdrachten ze het liefst wil doen. “Ik werkte voorheen meestal zestig uur per week zonder daar al te veel aan over te houden. Belachelijk eigenlijk. Het roer is omgegaan toen mijn zoontje werd geboren; ik wilde meer thuis zijn.”
Ze begon foto’s van haar zoontje te maken, daarna kreeg ze steeds meer aanvragen. “Ik heb een verkoopsysteem opgezet. Zo ging ik van 150 euro naar 1.500 euro per klant en hoef ik maandelijks minder opdrachten te doen.”